Plasticafval Sinds China plasticafval bij de grens tegenhoudt, gaat er steeds meer Nederlands plastic naar Turkije – officieel alleen als het daar nuttig kan worden gebruikt. Maar hoe belanden die Nederlandse snoepzakjes dan in die Turkse berm?
Het nieuws ligt op straat in Adana, een miljoenenstad in het zuiden van Turkije, dertig kilometer van de Middellandse Zee, een paar uur rijden van de grens met Syrië. Op een braakliggend terrein, omsingeld door loodsen en de laagbouw van tweedehandsautohandelaren, tussen gebroken tegels en betonrestanten, zwerft plastic rond, veel plastic.
In de avondzon ligt een Nederlandse Sauna Cadeaubon – ‘het meest ontspannen cadeau’. De auberginekleurige attentie steekt scherp af tegen de grijze ondergrond van cement. Tussen stukken hout en de gerafelde uiteinden van een puinzak slingert de groene wikkel van zes blikken Heineken. Met een aanmoediging van de fabrikant: „95% wordt al gerecycled. Help mee”.
Een paar meter verderop schreeuwen op een verkreukelde geplastificeerde prijskaart rode cijfers van Bakkerij Voordijk uit Oud-Beijerland de voorbijganger toe: 0,80 euro per stuk kosten de verse oliebollen.
Er ligt nog veel meer Hollands plastic in de omgeving van Adana, te veel om door Nederlandse toeristen uit een huurauto gegooid te zijn. In de bermen, op openbare stortplaatsen in de heuvel:
I love Veggie Yoghurt gums van Katja. lekker sinds 1910, 500 gram uit ’s-Heerenberg.
Een felroze kilozak Engelse drop van Klene Neerlandsch eenige echte.
Geraspte kaas voor ovenschotels Milde mix van Emmental 45+ kaas en Jong Belegen Gouda 48+ kaas.
Wat doet Nederlands plasticafval vierduizend kilometer van huis? Op een vuilnisbelt, op illegale stortplaatsen of zomaar in de Turkse natuur?
NRC onderzocht sinds begin dit jaar samen met journalistencollectief Lighthouse Reports plasticafval dat uit Nederland in Turkije belandt. Nadat China in 2018 zijn grenzen voor westers afval had gesloten, nam de hoeveelheid Europees afval in Turkije explosief toe. In de laatste twee jaar verzesvoudigde de uitvoer van plasticafval van Nederland naar Turkije, formeel om ‘gerecycled’ te worden. Maar veel plastic, dat biologisch niet afbreekbaar is, verdwijnt onderweg van de radar en soms duikt het op waar het niet zou mogen eindigen.
Shovels en grijparmen
In Nederland is de klassieke vuilnisbelt nagenoeg verdwenen. Storten van huisvuil en bedrijfsafval is vervangen door recyclen en, als dat niet kan, verbranden.
Nederlandse huishoudens scheiden steeds meer vuilnis. Van 32 procent in 1993 naar 60 procent vorig jaar. De zak met restafval is in de loop der jaren gestaag geslonken, van 263 naar 165 kilo per jaar per inwoner, terwijl de stromen plastic, blik, karton, papier, groente/fruit en textiel juist groeiden. Een gevolg van overheidsbeleid. Goed gescheiden afval is beter te recyclen, zo is de gedachte. Veel gemeentes moedigen inwoners aan hun plastic (p) en metalen (m) verpakkingen samen met de drinkkartons (d) in één afvalbak te verzamelen. Die ‘pmd’ gaat naar sorteerfabrieken die het verder scheiden.
De plastic verpakking krijgt heel wat voor haar kiezen. In de krochten van de vuilniswagen drukt een schuif haar tergend langzaam samen, iedere keer nadat een ophaalmachine een nieuwe lozing pmd naar binnen laat vallen. Als de vuilniswagen zijn inhoud bij de sorteerder op de grond kiepert, krijgt het afval weer lucht. Dan graaien shovels en grijparmen in de berg om de automatische sorteerinstallatie te voeden. Een shredder scheurt de zakken met pmd open, de lopende band brengt het afval naar manshoge draaiende trommelzeven. Die schudden de verkleefde massa los.
Installaties zuigen het lichtste materiaal er direct uit. De overgebleven bekertjes, blikjes, drankkartons en flesjes flitsen daarna op hoge snelheid over de lopende band. Magneten vissen stalen elementen eruit en windmachines blazen het karton uit de afvalstroom. Infraroodlampen detecteren het type kunststof. Zo worden blikjes van plastic gescheiden, folies van bakjes, transparante PET-flessen van ondoorzichtige flessen.
De snoepzakjes, de verpakking van geraspte kaas en het dunne Heineken-plastic zullen na de grote trommelzeef, maar nog vóór de lopende magneetband eruit zijn gepikt – zij vallen in de categorie laagwaardig folie of zelfs niet-recyclebaar plastic.
Voor alle geselecteerde kunststofsoorten wacht hetzelfde slotakkoord: een samenpersing in hydraulische machines waar die van de vuilniswagen bij in het niet valt. Het knispert en kraakt alsof het vertraagd gebeurt. Wat overblijft is een gecomprimeerde baal plastic, stapelbaar en makkelijk te verschepen. Afval is grondstof geworden, zeggen ze in de sector, grondstof voor nieuwe producten.
Lekke skippybal
Alles draait om het gesorteerde afval dat uiteindelijk door het systeem wordt uitgespuwd. Als de amorfe hoop pmd het stadium bereikt van één soort plastic, karton of blik kan er afgerekend worden uit een centrale pot, het zogeheten Afvalfonds dat door de industrie – zo’n 2.500 bedrijven – wordt gefinancierd. De gemeente krijgt een vergoeding voor iedere ingezamelde ton, de ophaaldienst wordt betaald en de sorteerder ontvangt een bedrag afhankelijk van het type afval en gewicht.
Overheden en industrie hebben dit gesloten systeem gezamenlijk bedacht, naar voorbeeld van het Duitse. Volgens dit systeem zou het niet logisch en zelfs verboden zijn om verpakkingen naar Turkije te sturen. Noch zou het financieel aantrekkelijk zijn huishoudelijk plasticafval te exporteren naar buiten de EU. Als dat wel gebeurt, gaat het om plastic dat per ongeluk een verkeerde afslag neemt, verzekeren afvalverwerkers, toezichthouders en overheden. Als die consumentenverpakkingen in Adana van Nederlandse huishoudens afkomstig zijn, betreft dat dus een vergissing, een foutje in een vakkundig dichtgetimmerde infrastructuur.
Een andere, meer waarschijnlijke mogelijkheid is dat het Nederlandse plastic in Turkije ‘bedrijfsafval’ is. Dat is de meest ongrijpbare afvalstroom van Nederland. Het gaat om al het plastic van huishoudens dat géén verpakking is, plus alle verpakkingen die buitenshuis worden gebruikt: van de lekke skippybal van thuis tot het saladebakje op kantoor.
De afvalstromen van bedrijven, kantoren, supermarkten, fabrieken en gemeentelijke milieupleinen vallen buiten het vergoedingensysteem van het Afvalfonds. Er bestaat veel minder zicht op wat hiermee gebeurt. Organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor de verwerking van hun plastic, meestal sluiten ze zelf een contract met een afvalverwerker. Het is een vrije, nauwelijks gereguleerde markt. Betrouwbare cijfers ontbreken. En soms ziet bedrijfsafval er precies hetzelfde uit als huishoudelijk afval. Handelaren voegen het wel eens samen, vertellen sommigen. Dan verdwijnt het plastic van de radar, soms het illegale circuit in.
Maakfabriek
Wat de herkomst van de plastic verpakkingen uit Adana ook is, zij hebben een lange bootreis gemaakt. Omhuld door een twintigvoets stalen container vaart het een week of twee per vrachtschip over zee.
Omdat Azië de maakfabriek van de wereld is geworden, komen er veel meer spullen naar Europa dan er naar Azië teruggaan. Om te voorkomen dat containerschepen leeg terugkeren, zijn de transportkosten over zee richting Azië heel laag.
Aan de export van huisvuil en gevaarlijk afval zijn in de zogeheten Conventie van Basel internationale beperkingen opgelegd. Niet gevaarlijk plastic, zoals de verpakkingen uit dit verhaal, is de minst gereguleerde afvalstroom. Onder de code HS3915 kan plastic in alle soorten en maten het land verlaten, recyclebaar of niet.
Elk jaar komt er in Nederland zo’n 1.000 kiloton plastic op de markt, waarvan meer dan de helft via import. Daartegenover staat dat jaarlijks zo’n 300 kiloton plastic (300 miljoen kilo) wordt geëxporteerd, volgens het CBS. De export komt overeen met het gewicht van 75.000 volwassen Aziatische olifanten – zeg maar een onafgebroken rij van 450 kilometer dieren.
Dat plastic ging tot een paar jaar terug meestal naar China. Daar werd ruwweg de helft van de mondiale afvalstroom door goedkope arbeidskrachten gesorteerd en schoongemaakt. En dankzij lage energiekosten en milde milieuregels ook verder ‘verwerkt’: soms door het gewoon te verbranden of te storten.
Maar de Chinezen houden sinds medio 2017 steeds meer plastic bij de grens tegen. Ze weigeren langer als vuilcontainer van de wereld te fungeren en hebben de handen vol aan hun eigen afval. De invoerheffingen gingen omhoog en ze sturen kwalitatief slecht afval terug.
Sindsdien zoekt het plasticafval naarstig een uitweg. Maleisië, Indonesië, Vietnam en India vingen een deel van de Europese stroom plastic op.
Maar op nummer één staat Turkije. In de laatste drie jaar vertwaalfvoudigde de export van plastic uit EU-landen naar Turkije, volgens Eurostat. Omdat Turkije lid is van de OESO, de club van rijke landen, zijn de exportregels minder streng dan voor Azië. In Nederland gaat de groei van deze export nog twee keer zo hard als op EU-niveau. De laatste twee jaar verdrievoudigde de EU-export naar Turkije, die van Nederland verzesvoudigde, blijkt uit gegevens van de Nederlandse douane. De saunabon en snoepverpakkingen maken deel uit van die aanzwellende stroom.
Nederland registreert alleen de rechtstreekse export naar Turkije. Onbekend is hoeveel er via andere landen wordt geëxporteerd. Zo exporteert Nederland veel plastic naar Duitsland en België, die zelf ook weer veel exporteren. Voor de uitvoer van niet-schadelijk plastic binnen Europa bestaat geen meldplicht.
Daardoor ontbreekt het de Inspectie Leefomgeving en Transport aan overzicht, zegt een woordvoerder. En sommige exportregels blijken papieren tijgers. Het is verboden om afval naar Turkije te transporteren om het daar in de buitenlucht te verbranden of op een vuilnisbelt te storten. Europese voorschriften eisen dat afval alleen naar Turkije mag worden verscheept als het daar een ‘nuttige toepassing’ heeft, maar daarvoor zijn geen keiharde bewijzen nodig.
‘Nuttige toepassing’ behelst volgens de wetgever alle „handelingen die gericht zijn op het verkrijgen van secundaire grondstoffen”. Dus ook het produceren van halffabrikaten als plastic korrels en granulaat, die gebruikt kunnen worden om nieuwe plastic producten mee te maken. Maar plastic dat verbrand wordt in een vervuilende cementfabriek, als een soort hitte-aanjager, blijkt eveneens mee te tellen als ‘nuttige toepassing’. Je mag om die reden plastic naar Turkije verschepen en dat gaat als ‘gerecycled’ de boeken in.
Bij recycling blijven vrijwel altijd restjes over die niet worden gebruikt. Hoeveel procent moet er minimaal gerecycled worden wil van een ‘nuttige toepassing’ sprake zijn? Daar blijken in Nederland „geen rekenregels” voor te zijn, antwoordt de Inspectie Leefomgeving en Transport. Anders gezegd, als de zender meent dat zijn container plastic – ook als het zwaar vervuild is – een nuttige toepassing heeft, kan die hem zonder problemen naar Turkije sturen.
Mocht het nut tegenvallen, dan is dat in de praktijk vooral een probleem voor de Turken.
De haven van Mersin
Vanaf het water zijn ze al van verre te zien, de karakteristieke felrode kranen van de terminal in de haven van Mersin. Als kerken zo hoog, torenen ze uit boven de schepen die aanleggen in de haven aan de Middellandse Zee. Ze reduceren de veelkleurige zeecontainers tot legoblokjes.
Mersin, in het zuid-oosten van Turkije, ligt strategisch – op de scheepsroute die via het Suez-kanaal naar China gaat. De verpakking van geraspte kaas voor ovenschotels, de Nederlandse saunabon, de snoepverpakkingen en de oliebollenreclame zijn hier aan land gekomen. De kraan plaatste ze op een vrachtwagen. Ze zijn door het vlakke landschap een uurtje landinwaarts gereden. Over de D400, een rechte weg door oneindig industriegebied naar Adana.
Deze streek behoort tot de grootste recycleregio’s van Turkije. Hier leggen honderden private ondernemingen zich toe op sortering en verwerking van plasticafval. Van grote recyclers met honderden werknemers tot eenmanszaakjes die wat met afval scharrelen. In Adana maken ze van alles van de gebruikte verpakkingen: tassen, tuinstoelen, shampooflessen, emmers, buizen, vuilniszakken, en halffabrikaten als granulaat en recyclaat – korrels en vlokken waarmee nieuw plastic kan worden gemaakt.
Op Facebook bieden Turkse handelaren enthousiast op Nederlandse balen, die hebben een goede reputatie omdat ze al redelijk schoon zijn en goed gesorteerd. Maar de stortvloed aan Europees plastic groeit de Turken boven het hoofd. Het verdringt hun eigen afval.
Zoals gezegd vertwaalfvoudigde de export van plastic, qua gewicht, uit EU-landen naar Turkije in de laatste drie jaar. Maar in de productiecijfers van de Turkse plasticverwerkingsindustrie is zo’n explosieve groei helemaal niet terug te vinden, noch in heruitvoercijfers. Onbetrouwbare data kunnen een verklaring zijn, maar het is ook mogelijk dat het gros van het door Turkije geïmpiorteerde plastic niet verwerkt wordt, maar weggewerkt: gestort of verbrand.
Voor het echt laagwaardige plastic, zoals niet-recyclebare voedselverpakkingen, krijgen de Turkse afnemers geld toe in plaats van dat ze ervoor moeten betalen – dan weegt het afvalprobleem van het plastic zwaarder dan zijn betekenis als grondstof. Zulke import is sinds kort verboden, het moedigde fraude en illegale verwerking aan. Het gebeurt nog wel, maar alleen door criminelen die het direct ergens dumpen, vertellen lokale handelaren, die uit vrees voor lokale maffia anoniem willen blijven.
Plaatselijke handelaren hebben bovendien last van beloftes uit Europa die loos zijn gebleken. Hoe vaak worden ze niet verrast door bergen onhandelbaar plastic tussen de balen transparante flessen die voor recycling besteld zijn, vertellen zij. De niet-recyclebare verpakkingen zouden ze volgens de regels moeten terugsturen, maar dat is heel veel gedoe en geeft alleen maar kosten. Doorverkoop of dumping is aantrekkelijker.
Illegale import en dumping
De autoriteiten in Turkije worden vanwege lokale overlast strenger in het bestrijden van dumping en verbranding. Handelaren kunnen niet zomaar meer iets invoeren, daarvoor is een vergunning nodig en de capaciteit om te recyclen. Importeurs verliezen de vergunning of krijgen een boete als ze te zeer vervuild plastic proberen in te voeren. De Turkse minister van Milieu Murat Kurum kondigde eind deze zomer aan de import verder aan banden te leggen. Recyclebedrijven mogen in de toekomst nog maar maximaal de helft van het afval importeren „om de schade die afval aan onze natuur toebrengt tot een minimum te beperken”.
Maar importeurs die aan hun taks raken, zijn plastic stiekem gaan doorverkopen, leggen plaatselijke handelaren ons uit. Na binnenkomst in Turkije gaat een deel van het afval ondergronds. De Turkse ontvanger kan aan het voorportaal mooie contracten, vergunningen en kwaliteitscertificaten tonen, maar aan de achterdeur wordt het tegen de regels in doorverkocht. Lokale autoriteiten hebben de grootste moeite de regels te handhaven die illegale import en dumping moeten voorkomen.
Landen die de stroom plastic van China overnamen, kampen met een sterke groei van illegale dumping en illegale verbranding, concludeerde Interpol onlangs. Er is een toename van fraude waarbij de exporteur niet-recyclebaar plastic ten onrechte als recyclebaar inklaart of een foutief land van bestemming opgeeft. Terugkerende truc is om vervuild plastic in containers te verstoppen achter een laag hoogwaardig makkelijk te verwerken kunststof. En, zo constateerde Interpol, bij illegale verscheping is de modus operandi om plasticafval eerst via andere landen te transporteren teneinde de bron van het plastic te verbloemen.
Bewoners van Adana en omgeving klagen over herhaaldelijk in de fik vliegende afvalhopen, met uiterst giftige dioxine-uitstoot. De opgestapelde hopen plastic bij afvalbedrijven liggen de hele dag in de hete zon te bakken. Bij vervuild vuilnis kan door gasvorming het afval automatisch vlam vatten. Dat heet broei. Daarnaast vermoeden omwonenden dat handelaren de partijen zelf aansteken, maar bewijzen ervoor ontbreken. De klagers willen anoniem blijven uit angst voor repercussies vanuit de industrie of van criminelen. De overheid vertrouwen zij evenmin.
Bij Adana verzamelde de industrie zich rond de rivier de Seyhan die rechtstreeks uitmondt in de Middellandse Zee. Met een dagelijkse vervuiling van 31 kilo plasticafval per kilometer gaat het hier volgens het Wereld Natuur Fonds om de meest verontreinigde kustlijn van het mediterrane gebied. Per minuut wordt er in de hele Middellandse Zee het equivalent van 33.800 plastic flessen gestort, zo berekende het Wereld Natuur Fonds.
In Adana zijn diverse openbare stortplaatsen voor bouwafval waar iedereen afval mag storten zolang hij maar betaalt, vertellen plaatselijke ondernemers. En wie niet wil betalen, stort illegaal, bijvoorbeeld op de uitgedroogde kavel tussen de autohandelaren waar wij de Nederlandse verpakkingen aantroffen.
Menselijke fout
De oliebollenbakker uit oud-Beijerland heeft geen idee hoe zijn reclamemateriaal in Adana is beland. Een verkoopster reageert verbaasd op de vraag of de bakker ook oliebollen in Turkije verkoopt. Nee, natuurlijk niet, lacht ze, maar één ding weten ze bij Bakkerij Voordijk zeker: de ‘aanbieding’ van tachtig cent komt niet uit hun winkel, daar zijn de gefrituurde snacks goedkoper. Dit gaat om bollen die via de supermarkt zijn verkocht.
We komen uit bij Supermarkt Plus. „Het lijkt inderdaad op onze prijsaanduidingen”, zegt een woordvoerder die zich moeilijk kan voorstellen hoe die in Turkije aangetroffen kunnen zijn.
De 260 winkels van Plus blijken in Nederland met meerdere afvalverwerkers zaken te doen. „Wij zijn in de veronderstelling dat professionele partijen ons afval op de juiste manier verwerken en waar mogelijk recyclen. Dat zou dan niet mogen belanden op zulke stortplaatsen.” De plastic oliebollenannonce kan via heel veel Nederlandse bedrijven in Turkije terecht zijn gekomen – dat spoor loopt daar dood. Of natuurlijk via huishoudelijk afval – wat niet zou mogen.
De geraspte kaas biedt meer houvast. Die is alleen in Nederlandse vestigingen van Aldi verkocht. Het bijzondere van onze aangetroffen kaasverpakking is dat deze nooit open blijkt te zijn geweest. Leeg en gesloten.
Producent Friesland Campina weet hoe dat kan: dit moet uit de fabriek in het Belgische Genk afkomstig zijn, waar de geraspte kaas wordt verpakt: Yoko Cheese. De codes die we op de verpakking vonden, wijzen er volgens FrieslandCampina op dat het om een productie gaat van 18 december 2018.
FrieslandCampina toont zich onaangenaam verrast dat de kaasverpakking in Turkije op een vuilnisbelt is aangetroffen en zoekt dagenlang uit hoe dit heeft kunnen gebeuren.
De plastic zak bestaat uit verschillende laagjes folie die niet-recyclebaar is, zegt reputatiedirecteur John-Paul Schuirink van het Nederlandse zuivelconcern. Hij legt uit dat de plastic zak verbrand had moeten worden. Door een „menselijke fout” zou het folie-afval in een verkeerde afvalstroom terecht kunnen zijn gekomen, de stroom ‘recyclebaar’ plastic.
Waar die menselijke fout is gemaakt, is weer niet makkelijk te achterhalen. Er blijken meerdere schakels te zitten tussen fabriek en oven. FrieslandCampina huurt de Rotterdamse ‘afvalmanager’ Milgro in om de afvalstromen bij de Belgische kaasfabriek te organiseren. Die huurt onderaannemer Gielen in die op 21 december 2018 het plasticafval in Genk heeft opgehaald, zo weet FrieslandCampina te achterhalen. Maar Milgro noch Gielen kan verklaren hoe het komt dat zo’n kaasverpakking uit Genk in Turkije opduikt.
Philip Gielen legt uit dat zijn bedrijf met twee soorten folies werkt: laagwaardige die verbrand moet worden en plastic folie van betere kwaliteit, die Gielen aan handelaren verkoopt. Dat laatste plastic gaat veelal naar Polen en Turkije. „Wij denken dat het folie dat u gevonden heeft, per ongeluk tussen de goede kwaliteit terecht is gekomen.”
Gielen huurt ook weer twee andere bedrijven in: Global Waste Recycling uit Uithoorn en Kras Recycling BV uit Volendam.
Met 8 miljoen omzet en ruim vijftig werknemers is de firma Kras in de Nederlandse afvalsector een van de grotere spelers. Kras exporteert inderdaad ook wel naar Turkije, zegt directeur-eigenaar Ben Kras, maar het familiebedrijf is niet bij dit transport uit 2019 betrokken.
De vraag is wel hoeveel zicht Kras heeft op zijn stromen plastic. De accountant had dat tot voor kort niet: die weigerde een oordeel te geven over de jaarrekening over 2018 omdat hij de „in-en uitgaande kilogrammen” niet goed kon vaststellen. Door een nieuw automatiseringssysteem bij Kras kon de accountant ook de gehanteerde tarieven niet verifiëren. Kortom, over zowel volumes als prijzen van het afval bij Kras durfde de accountant geen goedkeurende verklaring te verstrekken. Maar dat is inmiddels opgelost en was in 2018 ook geen probleem, verzekert Ben Kras: „Bij ons is het allemaal helder en transparant: we geven jaarlijks alle stromen plastic op bij de Inspectie Leefomgeving en Transport.”
Global Waste Recycling (één werknemer) zond in januari 2019 wél nog een partij plastic naar Turkije dat afkomstig was van Gielen, die het weer bij Yoko Cheese had opgehaald. Maar directeur-eigenaar Guy Bracke – ook handelaar in mondkapjes – zegt dat hij alleen in mooi plastic handelde. „Het lijkt me stug dat ik het heb verkocht, dan had ik er wel wat over gehoord.”
Bracke benadrukt een half jaar geleden gestopt te zijn met de handel in plastic. Twee eerdere bedrijven van hem gingen failliet. Hij is nog verwikkeld in de afhandeling van het laatste bankroet waarbij een paar ton via crowd funding verkregen kapitaal in rook is opgegaan. De curator onderzoekt of zich onregelmatigheden hebben voorgedaan en zegt „enkele aanwijzingen” te hebben van onbehoorlijk bestuur. „Apart”, zegt Bracke, „daar heb ik niets over gehoord.”
Op de vuilnisbelt
Afvalbeheerder Milgro, eindverantwoordelijk voor het plasticafval van de verpakkingsfabriek van FrieslandCampina, benadrukt dat hier hoe dan ook iets mis is gegaan. Afspraak is dat niet-recyclebaar plastic wordt verbrand. Dat is duurder dan het te verhandelen, legt directeur Ruud Hageman van Milgro uit. Niet-recyclebaar plastic mag helemaal niet naar Turkije, zegt hij. Inderdaad schrijft de Nederlandse wetgeving voor dat je alleen afval mag exporteren naar een land als Turkije als het daar gerecycled wordt. „Maar alleen specialisten kunnen beoordelen wat recyclebaar is of niet.”
Hageman ziet wel een lacune in de wet: als recyclebaar plastic door een Turkse ontvanger is geaccepteerd en er blijkt tóch verkeerd plastic tussen te zitten, dan mag het daar worden gestort.
De afdeling Milieubeheer van Adana zegt dat het niet geoorloofd is plasticafval te storten op de plaatsen waar we Nederlandse verpakkingen hebben gevonden. In sommige gevallen zijn de terreinen waar we het illegale plastic vonden eigendom van particuliere afvalverwerkers, maar de gemeente zegt niet voldoende mankracht te hebben om dat steeds te controleren. Bovendien zijn er ook illegale stortplaatsen die telkens van locatie veranderen. Selami Burak Müdür, voorzitter van de milieubeschermingscommissie van de gemeente Adana: „Geen enkel soort plastic mag op die plekken worden gestort. Dat kan niet, dat mag niet, dat zou er niet moeten zijn.”
Bron: NRC.nl